Met ingang van 1 januari 2006 zijn de artikelen 274 en 275 Wetboek van Koophandel (zie definities) vervallen. Ditzelfde onderwerp wordt nu geregeld door artikel 7:960 Burgerlijk Wetboek (zie definities). Er verwijzen echter nog veel publicaties naar artikel 274 en 275.
In feite stelde artikel 274 dat de verzekeraar altijd het recht had om aan te tonen dat de in de polis genoemde waarde niet de daadwerkelijke waarde was. De verzekeraar kon dit recht gebruiken wanneer hij van mening was dat de in de polis genoemde waarde te hoog was (= bovenmatigheid).
In artikel 275 stond echter dat de verzekeraar de in de polis genoemde waarde niet kon betwisten indien deze waarde vooraf (!) werd vastgesteld door een deskundige. Alleen wanneer de verzekeraar kon aantonen dat er sprake was van bedrog kon de in de polis genoemde waarde worden aangevochten.
In de nieuwe situatie wordt het een en ander geregeld door artikel 7:960 BW. De strekking van artikel 7:960 BW is duidelijk: alleen als de zaak vooraf wordt getaxeerd door een deskundige is men er zeker van dat de getaxeerde waarde bij eventueel totaal verlies ook wordt uitgekeerd.